1. Vereenvoudig $\cos (\alpha - \pi) = \U5$.
Gebruik cos, sin, tan, cot (ev. sec, cosec), hoeken $2\pi$, $3\pi$, $\pi$, $\pi/2$, $\pm \alpha$, ook omdraaien $\pi-\alpha$.
Alternatief: multiple choice: keuzes $\pm\cos\alpha$ en $\pm\sin\alpha$. (Analoog met $\tan,\cot$.)
2. Vul in: $\cos \pi/3 = \U5$.
Gebruik cos, sin, tan, … Hoeken $0,\pm\pi/6,\pm\pi/4,\ldots,\pm 11\pi/6$.
Alternatief: Graden ipv radialen.
3. Vereenvoudig tot een lineaire combinatie van $\cos\alpha$ en $\sin\alpha$:
Gebruik cos, sin, alle hoeken zoals in (2.) en ook $-\alpha$ (1.)
Opmerking Deze oefening kan verder opgesplitst worden in stappen.
4. Vereenvoudig zover mogelijk $\cos\alpha\cdot\tan\alpha = \U5$.
Volgende combinaties: cos tan, sin cot, cos sec, sin csc, tan cot (en omgewisseld), eventueel ook met delingen $\cos\alpha/\cot\alpha$.
5. Vereenvoudig zover mogelijk $\cos^2\alpha + \sin^2\alpha= \U5$.
Ook mogelijk: $\tan^2 + 1$, $\cot^2 + 1$, $\sec^2-1$, $\csc^2-1$, $1 -\cos^2$, $1-\sin^2$ en omgekeerd.
Alternatief: kan eventueel gecombineerd worden met (4.)
6. Wat is de waarde van $\cos\alpha + \sin\alpha\tan\alpha$?
Bekomen uit (5.) door te delen door cos, sin, …
7. Stel dat $\tan x = k$. Druk uit in termen van $k$:
Stel dezelfde vraag, maar voor $\sin x = k$ en $\cos x = k$.
8. Geef aan welke uitdrukkingen bij elkaar horen.
Reeks 1
(a) $\sin^4\theta - \cos^4\theta$
(b) $\frac{\sin \theta}{1-\cos \theta} - \frac{1}{\sin \theta}$
(c) $\sin \alpha \cdot \cot \alpha$
(d) $(\sin \alpha + \cos \alpha)^2 + (\sin \alpha - \cos \alpha)^2$
(e) $\frac{\tan^2\alpha}{1+\tan^2\alpha}$
(f) $\tan \alpha \cdot \cot \alpha$
(g) $(1+\cot^2 \alpha)(1-\cos^2 \alpha)$
Reeks 2
(1) $\sin^2 \alpha$
(2) $2$
(3) $1$
(4) $\frac{1}{\tan \theta}$
(5) $\cos \alpha$
(6) $2\sin^2 \theta - 1$
(7) $1$