Oplossen van eenvoudige stelsels
1. Bepaal de oplossing van het stelsel
$$
\begin{cases}x+y = 1 \\ 2x+3y=2\end{cases}
$$
De algemene vorm van dit stelsel is
$$
\begin{cases}ax+by = e \\ cx+dy = f \end{cases}
$$
- Kies de coëfficiënten $a, b, c$ en $d$ in $\mathbb{Z}$ (houdt het rekenwerk vrij eenvoudig).
- Kies $a, b, c$ en $d$ zodanig dat $ad-bc \neq 0$ (anders heeft het stelsel geen oplossingen).
- Kies $e$ en $f$ zodanig dat niet beiden nul zijn (anders is alleen $(0,0)$ een oplossing van het stelsel).
2. Hoeveel oplossingen heeft het stelsel
$$
\begin{cases}-x+2y = 3 \\ 2x-2y=2\end{cases}
$$
- 0
- 1
-
$\infty$
- Vertrek bij het opstellen van deze oefening van de oplossing. Bepaal of de oplossingen breuken zal bevatten (moeilijker (?)) of niet.
- Het stelsel zal geen oplossingen hebben wanneer de twee rechten evenwijdig lopen (rechten met zelfde rico).
- Het stelsel zal oneindig veel oplossingen hebben als de rechten samenvallen.
3. Voor welke waarde van $a$ heeft dit stelsel geen oplossingen?
$$
\begin{cases}ax+y = 2 \\ x-3y=-1 \end{cases}
$$
Alternatief Voor welke waarde van $a$ heeft dit stelsel oneindig veel oplossingen?
$$
\begin{cases}y-3x &= -8 \\ ax-2x &= -\frac{16}{3} \end{cases}
$$
Algemene opmerkingen
- Wanneer $ad-bc=0$ zal het stelsel geen oplossingen hebben.
- Een stelsel met als oplossing $(0,0)$ mag er ook eens tussenzitten (homogeen stelsel).
- Deze vragen kunnen ook gesteld worden door te vragen naar de snijpunten van twee rechten. De stelsels komen dan niet expliciet aan bod, maar men bevraagt in feite net hetzelfde.
- Maak de stelsels iets ‘complexer’ door zowel in linker als rechterlid een $x$ en $y$ te plaatsen. Een voorbeeld hieronder:
$$
\begin{cases}5x-3y &= 2-x-y \\ x+y &= -1+3x +5y\end{cases}
$$